• Nuchtere, brommende mannen met hartjes van goud


  • Schrijver en AD columnist Wessel Penning geeft op zijn manier in één korte flashback weer waarom vrijwilligers en betrokken leden zo belangrijk zijn voor een vereniging in het AD regio van 31 mei 2024. Herkenbaar?

    Stomtoevallig wandelde ik deze week mijn jonge jaren in. Twee avonden lang bracht ik de avond door op de plek waar ik vroeger altijd was. Op de club.

    Mijn jeugd ging zo: Doordeweeks overdag school, ‘s avonds trainen op de voetbalclub, tussendoor rondhangen met je vrienden. Op zaterdag weer voetballen, in de avond met je ouders genieten van een tv-quiz van Willem Ruis, en dan op zondag naar de kerk en daarna naar de radio voor de wedstrijden van Feyenoord. (Tot je vanaf je 15e op zaterdagavond lekker naar de disco ging en op zondag zong in de Kuip in plaats van in de kerk.)

    Overzichtelijk leventje wel.

    Dat kwam dus nu een beetje terug, zo tussen de voetbalvelden. De invallende duisternis boven het gras, opgelicht door het vale schijnsel van de lichtmasten, daaromheen een donkere buitenwereld. Voelde me weer 14.

    In de kantine trof ik nu, net als toen, nuchtere, brommende mannen met hartjes van goud, want zo zijn ze nu eenmaal in onze streek. Al hun hele leven hangen ze rond hun velden. Pas na hun dood zullen ze er verdwijnen. Ieder jaar worden ze kaler, zwaarder, de jaren tellen. Maar van binnen zijn het nog die jongens van toen.

    Eerst was ik bij Spirit, in Ouderkerk aan den IJssel. Zag de klimop achter het doel van het hoofdveld en daar plopte in mijn hoofd direct een toernooi op dat ik er op mijn 12e speelde. (Veel verloren, slecht gespeeld.) Dinsdag was ik op geboortegrond. Bij de club van mijn jeugd, VVGZ in Zwijndrecht. Een volksclub pur sang. Schitterend gelegen aan de dijk, met het donkere Noordpark en de grauwe rivier daarachter.

    Het werd vroeg donker en het regende. De bomenrij was hoog en machtig. Ik was weggeweest, de bomen waren gebleven. Ze hadden al tienduizenden wedstrijden gezien, ook die eerste van mij op mijn 7e. Met een oude vriend kwam ik te spreken over Gert-Jan, de beste rechtsback met wie ik ooit speelde. Al dertig jaar dood. Kanker. Het maakte weemoedig. Maar ik voelde ook dankbaarheid dat ik op deze velden lang heb mogen leven. Het verenigingsleven staat tegenwoordig onder druk - clubs komen vrijwilligers tekort - maar al dat moois mag nooit verloren gaan.